Van bruinkool tot elektriciteit

Reeds in 1956 begonnen de voormalige Roddergrube AG (later Rhein-Braun AG; Hans RWE- Power AG) met de ontwikkeling van de bruinkoolmijn Inden I in dagbouw bij Frenz. Dit bracht aanzienlijke belstingvoordelen in de gemeentekas van Frenz, die tot de gemeentelijke herindeling in 1974 een zelfstandige gemeente was, maar ook veel overlast en problemen voor het dorp door geluids- en stofoverlast. Als gevolg van de geplande bruinkoolwinning moesten verschillende boeren in Frenz meer dan de helft van hun landerijen opgeven, waardoor de beste grond verloren ging.

De foto uit 1958 toont een baggermolen bij zijn Werk in het eerste deel van de dagbouwmijn tegenover her dorp Frenz.

Riemsystemen voor materiaaltransport bij Frenz

De reusachtige baggermolens en afzetters die nodig waren im de kolen te delven, werden längst de districtweg van Weisweiler naar Inden gebouwd.

Het aanvankelijke doel van de dagbouwmijn was te voldoen aan de vraag naar ruwe steenkool van de brikettenfabrieken. Maar met de steeds grotere  vraag naar elektrische energie werd de omzetting van de gewonnen steenkool in electriciteit steeds belangrijke.

De foto uit 1953 toont de ruwbouw van de bruinkoolcentrale Weisweiler.

Het lag dan ook voor de hand in de onmiddlijke omgeving van de dagbouwmijn een electriciteitscentrale te bouwen.
Vandaag de dag komt kritiek wegen de luchtverontreiniging maar vroeger zorgden de bruinkoolgestookte electriciteitscentrales voor arbeid en einkommen voor de bevolking en zij steunden cultuur en de verenigingen. Volgende de plannen von de federale Regierung moet de centrale vanaf 2030 geleidelijk aan gesloten worden. Het dagbouwveld wordt dan een kunstmatig aangelegde zee met een oppervlakte van 1150 hectare, ongeveer zo grote als de Tegernsee.

Naar het overzichtsbord Indemann HIER

Naar het overzichtsbord Frenz HIER