Pelmolen
De eerste vermelding van het bestaan van een pelmolen datiert uit het jaar 1568 toen baron Richard von Merode, heer van Frenz, en zijn vrouw Margarethe von Oignies, de boer Nellis toestemming gaven een dergelijk exclusieve molen te bouwen aan de noordelijke Rand van het dorp Frenz.
Tot dan toe zorgde de kasteelmolen van Frenz voor het pellen van de gerst. Nellis moest voor deze toestemming zijn heer jaarlijks een kapoen en 29 liter olie voor de kerk van Lamersdorf betalen. Later diende de pelmolen ook als mouterij, ijzersnijderij en leerlooierij.
In 1780 wird hij volledig herbouwd door baron Balduin von Merode, die toen heer van Frenz was. Vanaf 1803 werd hij uitsluitend als maalmolen gebruikt. Maar de traditionele naam „Schählmühle „ bestaat tot vandaag de dag.


De twee foto’s dateren van rond 1920/1930. De molen en het waterrad zijn in de tussentijd verdwenen. Het Licht gepleisterde gedeelte, dat nog zichtbaar is op de buitenmuur, toont aan waar het molenrad gemonteerd was. Het is niet precies bekend wanneer de molen met malen stopte.
Feit is echter dat tot 1957 de administratie van het naburige Roddergrube (later Rhein-Braun AG, nu RWE Power AG), dat daar bruinkool ontgint, in het hoofdgebouw was gevestigd.
Het administratieve centrum werd later midden jaren 1960 verplaatst naar de Oberstraße 11 in het dorp.
