Viehöven

Een legende vertelt het ontstaan van Viehöven: “Tegenover, aan de andere kant van de Roer, ligt Altenburg, waar de resten van de oude burcht van de graven van Jülich nog te zien zijn. Volgens de legende dankt Viehöven zijn ontstaan aan een eigenaar van deze oude burcht. Omdat hier zulke mooie weiden waren, liet de kasteelheer zijn vee hier grazen. Hij vertrouwde de zorg voor het vee toe aan een jager, die vergezeld werd door een huishoudster. De twee trouwden met elkaar en vestigden zich daar. Omdat de kasteelheer het echtpaar gunstig gezind was, gaf hij hun als eigendom het hele land, maar in ruil daarvoor moesten ze een jaarlijkse lijfrente in de vorm van haver betalen.”

In 1398/99 moest het gehucht de hertog van Jülich 100 mout haver betalen als heffing – een aanzienlijk bedrag vergeleken met andere plaatsen zoals Schophoven, waar slechts 8 mout werden geëist.

Dit illustreert het vroegere agrarische belang van Viehöven.

In 1799 had Viehöven 25 inwoners ouder dan 12 jaar, terwijl het exacte aantal kinderen onbekend is. In 1961 had Viehöven 29 inwoners.

Een andere legende vertelt: “Viehöven was vroeger een vrij landhuis.   Vluchte een gevangene daarheen, moest hij zes weken lang zonder misdaden in het dorp blijven. Het bos, ‚Viehöver Hamm‘ genaamd, strekte zich vroeger uit tot Kirchberg en Altdorf. Zeldzaam was de  reusachtige eik die voor het dorp stond, en in 1852 geveld wird.  Koeriers of deurwaarders moesten bij deze eik stoppen voordat ze het dorp binnengingen en door roepen om toestemming vragen  het dorp binnen te mogen.”

De Viehöven-kapel vormt het middelpunt van het gehucht. De eerste steen werd op 9 augustus 1874 gelegd door pastoor J. J. Hubert Wirtz (1815 – 1884), de pastoor van Schophoven. Anton Robens (1799 – 1865), een rijke boer uit Viehöven, vererfde de grond en een grote som geld voor de bouw van dit gebouw.

De kapel heeft door de jaren heen veel ups en downs gekend. De kapel overleefde de Eerste Wereldoorlog ongeschonden, maar werd tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd.

In de jaren 1950 werd de oorlogsschade aan de kapel hersteld en kreeg ze haar vroegere pracht en praal terug. In 1974 werd de kapel door particulieren gerenoveerd en op 5 maart 1986 onder nummer 38 opgenomen in de lijst van architectonische monumenten in Inden. Daarmee is het een beschermd cultuurgoed dat de geschiedenis en het bijzondere karakter van Viehöven weerspiegelt. Het 150-jarig bestaan werd in 2024 gevierd.

Aan de spoorlijn Stolberg-Jülich (in gebruik van 1873 tot 1983) stond bij Viehöven een spoorwegwachterswoning. Hij werd tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoest en nooit herbouwd.